Polog 04: MARCO POLO en de HANDELAREN IN ZIJDEN VARKENSOREN

Historisch faction feuilleton

Lezer, gegroet.

De Middellandse Zee wordt wel eens vergeleken met een ledenpop. Zo’n houten pop met beweegbare ledematen, in gebruik bij schilders. Hebben ze geen model nodig. Ze hangen er kleding aan op, in willekeurige pasvormen en alle kleuren van de regenboog. Wijnrood, dicht Homeros. Violet, zingen de minstrelen. Bloedrood, brullen de piraten. Azuur, bezweren de illustratoren van getijdenboeken. Ambergrijs, als het binnenste van een walvis, weten de pelgrims die schipbreuk leden. Kleurloos, in de ogen van sponsvissers. Een bord havermout, huilt de kleuter die griesmeel blieft. Een golvende kudde geiten zien herders in de schuimkopjes. Komt dat zien! De magnifieke couture van ‘Onze Zee’. Er hoeft zelfs geen strik meer op.

Soms is het water gelijk een mengzee, vol droesem en drab. Te vunzig voor een waskom, bijna te smerig om erin te verzuipen. Dit is de ‘vieze zee’ die de havenstad St. Jean van Acre omspoelt. Wie Acre nadert, moet niet raar opkijken dat hij wordt begroet door een, uit de golven opduikende, varkenskop.  

Wie de haven van Acre binnenvaart, ruikt op afstand de odeur, gepeurd uit het aanbod van het stadsriool, vermengd met een hels brouwsel, bereid door glasblazers, zeepzieders, suikerwerkers, leerlooiers en koperslagers, restafval van het Koninklijk Slachthuis en het slijm en de schubben van de vismarkt. Eenmaal aan land blijft het tobben. Staat de wind verkeerd dan bezoedelen de kruimels van ronddobberende lorren en vodden zelfs het altaar van onze parochiekerk. Toen de priester zich laatst, tijdens het opdragen van de eucharistie, verslikte in zijn miswijn, waarin viezigheid dreef, was de boot aan. Hij heeft eigenhandig de kerkramen aan zeezijde dichtgemetseld.     

Acre is een van de weinige natuurlijke havens van Palestina en tegelijk de grootste. In trek bij Latijns-christelijke pelgrims, ideale stapelplaats voor goederen die van en naar de Levant worden verscheept, hoofdzetel van ridderorden, ontmoetingsplek voor de machtigen der aarde en zij die het willen worden. Sinds het verlies van Jeruzalem is de koninklijke residentie er gevestigd en bestuurt de bisschop er zijn Palestijnse diocees. Kooplieden van de drie grote Italiaanse zeerepublieken zien er toe op hun eigen besognes en op die van de concurrenten. 

Acre is een bruisende stad. De tol die voor deze faam moet worden betaald, bestaat uit propvolle marktpleinen, verstopte straten en verstikte stegen. Acre is zo druk dat het lastig is om met beide benen op de grond te blijven staan. Wie er verblijft en zich op straat begeeft, weet waaraan hij begint. Alleen hij, die het eenrichtingsverkeer van de meute doorgrondt en puntige ellebogen heeft, arriveert op tijd waar hij wezen wil. En zwemt terug op de golven van datzelfde golfbad in de menigte.

E continua