Polog 5
Mijne dames en heren, keizers en koninginnen, hertogen en markiezinnen, edelen en burgeressen. Voor u, die wil weten in wat voor een wonderlijke omgeving een gewone jonge koopman uit Venetië leeft en werkt, hoop ik dat dit logboek voor u een welkome wekelijkse afleiding zal vormen. U zult er onopgesmukte noties en eerlijke verhalen in vinden over mijn familie, hun handel en wandel op de jaarmarkten van Europa en in de onmetelijke landen van het oosten, en over mijn eigen wedervaren, binnen en buiten Venetië. Waarmee niet gezegd wil zijn dat van dezelfde gebeurtenissen geen andere weergave mogelijk zou zijn. POLOG blijft de werkelijkheid van mij, Marco Polo.
Polog 5
Lezer, gegroet
Soldaten zijn zelden financiële bollebozen. ‘We hakken de vijand in de pan; koste wat kost’ is meer hun motto. Een mentaliteit die bij het oorlogvoren geen kwaad kan maar hun geldschieters tot wanhoop drijft. Militairen zijn aartsoptimisten die met alle plezier in zeven sloten tegelijk lopen, als de generaal daarom vraagt. Moet ook wel want wie wankelmoedig ten strijde trekt, kan maar beter eerst zijn zwemdiploma gaan halen of ondernemer worden. Ondernemers snappen tenminste dat winnen en verliezen twee kanten van dezelfde medaille zijn. Zij weten dat garanties in het zakenleven altijd achteraf worden verstrekt. Als de slag geslagen is, of niet natuurlijk.
Dat soldateske optimisme speelde het kruisvaarderoppercommando lelijk parten toen bleek dat de toestroom van strijders ver achter bleef bij de prognoses. Dat slinkende animo had de militaire top overigens aan zichzelf te wijten. In het diepste geheim was besloten eerst Egypte aan te vallen, en pas daarna door te stoten naar het Heilige Land. De Doge van Venetië vond het een waardeloos plan. Niet alleen zouden de profijtelijke handelsbetrekkingen met Egypte erdoor op de tocht komen te staan. Maar ook omdat een herovering van Jeruzalem hem eigenlijk geen bal interesseerde. Wat hem betreft, konden de kruisvaarders in het Heilige Land zoveel te keer gaan als ze wilden. Door het voortdurende landjepik tussen Arabieren en kruisvaarders was de toestand in Palestina dermate onverkwikkelijk geworden dat er voor een eerlijk koopman geen droog brood te verdienen viel.
Om de zaak niet op de spits te drijven, verzon de Doge een list. Of beter gezegd: een dubbele list. In het diepste geheim stuurde hij een afgezant naar de sultan van Egypte om een niet – aanvalsverdrag. te sluiten. Eenmaal de handtekeningen gezet, werd de machinerie van achterklap en roddel in aangezwengeld waardoor in de kortste keren uitlekte dat een invasie van het Heilige Land geen topprioriteit was.
Deze ommezwaai in de krijgsplannen wekte bij grote aantallen kruisridders en hele groepen voetvolk die nog onderweg waren, zoveel verbijstering en teleurstelling dat zij besloten op eigen houtje de heidenen te gaan verslaan. Demonstratief verlegden ze hun reisroutes naar Zuid – Frankrijk en Zuid – Italië om van daaruit scheep te gaan. Door dit massale omboeken lagen in Venetië plotsklaps kant en klare galeien te dobberen, zonder passagiers, paarden of oorlogstuig. De hele onderneming dreigde, heel paradoxaal, reeds te worden gestopt voordat die goed en wel was begonnen. Een kruisvaart zonder kruisvaarders! Wat een blamage.
Daar viel niet tegenop te bidden, begreep Bonifacius van Montferrat. Gekweld door angstdromen waarin muezzins vanaf hun moskeeën schaterlachend het faillissement van de kruistocht verkondigden, besloot hij open kaart te spelen met zijn gesprekspartner, namens alle opdrachtnemers in de lagunestad. Spekkie naar het bekje van de Doge die de vernederende situatie, waarin de arme markgraaf zich bevond, aangreep om hem de duimschroeven aan te draaien. Op een manier, zo sluw, waardoor het leek alsof hem een eervolle uitweg werd geboden. Had de waarde markgraaf wel eens van het stadje Zara gehoord? Dat havenplaatsje, ja, gelegen op de kust van Dalmatië?
e continuo